Ian Lancaster Fleming werd op 28 mei 1908 in London geboren. Passend bij de status van zijn welvarende Schotse familie werd Fleming in 1921 naar de eliteschool Eton gestuurd. Hij blonk uit in sport, maar zijn studieresultaten lieten veel te wensen over. Zijn moeder - zijn vader sneuvelde tijdens de oorlog in 1917 - stuurde hem naar de strenge Royal Military Academy Sandhurst. Daar hield hij het niet lang uit. Hij vertrok naar Oostenrijk, waar hij begon met het schrijven van verhalen, en studeerde hierna nog in Duitsland en Zwitserland. Fleming keerde in 1930 terug naar Engeland. Hij werkte enige tijd als journalist voor Reuters. Maar ook in zijn werk vond hij geen rust. In 1933 werd hij de jongste vennoot bij een handelsbank. In 1939 werd Fleming door de Britse geheime dienst gepolst voor een hoge post bij de inlichtingendienst van de marine. Fleming bleek uitermate geschikt voor het spionagewerk. Omdat hij - toen al - vol zat met originele ideeën, was hij zeer waardevol voor zijn vaderland. Zo werd hij in juni 1940 naar Frankrijk gestuurd om wapens en mensen naar Engeland te brengen. De missie werd een succes doordat Fleming zelfs neutrale schepen zover wist te krijgen dat ze meewerkten. Na de oorlog werd Fleming directeur buitenland bij een Brits krantenimperium. Tijdens zijn vele reizen deed hij een groot aantal ervaringen op die later nog goed van pas zouden komen. In deze periode bleek zijn kracht in het vertellen van reisverhalen. Wat weinigen verwachtten, gebeurde in 1952. De ‘eeuwige vrijgezel’ trouwde met Anne Charteris en werd datzelfde jaar vader van zoon Caspar. Fleming was niet onverdeeld gelukkig in het huwelijkse leven en vluchtte uit de werkelijkheid door op zijn Jamaicaanse buitenverblijf Goldeneye puur voor zijn plezier een spionageverhaal te gaan schrijven. De hoofdpersoon heette Bond… James Bond. In totaal schreef Fleming in twaalf jaren een even groot aantal Bond-romans. Ook verschenen van zijn hand twee bundels met korte Bond-verhalen, een kinderboek en twee non-fictie boeken. Fleming heeft slechts twee Bond-films kunnen zien. Hij stierf in 1964 aan een hartaanval, kort na de première van From Russia With Love. Dat James Bond zou uitgroeien tot een ongekend en tijdloos fenomeen had niemand een halve eeuw geleden kunnen voorspellen. Zeker Fleming niet, die vond zijn succes ‘eigenlijk niets meer dan een geweldige grap’.